Sedert 1 januari 2008 kent België een systeem waarbij de in het ongelijk gestelde partij forfaitair moet bijdragen in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij.
De omvang van de vergoeding wordt bepaald in functie van de inzet van het geding (de waarde van vordering). De rechter kan het basisbedrag in functie van de omstandigheden verhogen of verminderen, uiterlijk tot het respectievelijke minimum- en maximumbedrag.
De bedragen zijn gekoppeld aan het oorspronkelijke indexcijfer van de consumptieprijzen van maart 2007 (105,78). Telkens wanneer het indexcijfer met 10 punten stijgt of daalt, worden de bedragen met 10 procent vermeerderd of verminderd.
Het indexcijfer in oktober 2022 bedroeg 156,93 waardoor de bedragen vanaf 1 november 2022 voor de vijfde keer verhoogd werden. Voor de eerste keer sinds de inwerkingtreding van de regeling werden de bedragen twee maal in hetzelfde kalenderjaar verhoogd.
De nieuwe bedragen zijn ook van toepassing op lopende procedures waarbij nog geen (eind)uitspraak gedaan werd.